Wat zijn de regels voor kinderzitjes?

Er zijn strengere regels voor het vervoer van kinderen in de auto. Deze Europese regels hebben als doel het kind beter te beschermen.
Wat betekent dit in de praktijk?
De regels komen er op neer dat vanaf 1 maart 2006 kinderen kleiner dan 1,35 meter in een goedgekeurd kinderzitje moeten worden vervoerd. Volwassenen en kinderen groter dan 1,35 meter moeten de autogordel om en mogen zo nodig ook een zittingverhoger gebruiken.
Onder kinderen wordt verstaan iemand die jonger is dan 18 jaar. Een kinderzitje moet goedgekeurd zijn volgens ECE-reglement 44/03 of 44/04. Dit vindt u op het keuringslabel of -sticker. Om goed te werken moet het kinderzitje op de juiste manier zijn vastgezet.
Let op: kinderen jonger dan 3 jaar mogen uitsluitend vervoerd worden in een kinderzitje (dit geldt niet in een taxi of bus).
Uitzonderingen
Te weinig plaats
Als er op de achterbank van de auto al twee kinderzitjes in gebruik zijn, is er vaak geen plaats meer voor een derde. In dat geval mag een kind op de overgebleven zitplaats de gordel gebruiken.
Vervoer van 'andere' kinderen
Van ouders en pleegouders wordt verwacht dat ze voor hun eigen kind een kinderzitje in de auto hebben. Maar er rijden misschien ook wel eens andere kinderen mee. Voor hen kan niet altijd een kinderzitje aanwezig zijn. Bij dit soort incidenteel vervoer over beperkte afstand (dus niet op een vakantiereis) volstaat gebruik van de gordel op de achterzitplaatsen voor kinderen vanaf 3 jaar (maar niet de eigen kinderen). Als dit regelmatig voorkomt, is het veel veiliger om toch voor een of meer extra kinderzitjes te zorgen.
Taxi- en busvervoer
In bussen en op de achterbank van een taxi is een kinderzitje niet verplicht. Kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen moeten dan, voor zover aanwezig, de gordels gebruiken en kinderen jonger dan 3 jaar mogen in dat geval vrij worden vervoerd. Neem bij voorkeur geen kind op schoot, want dat is riskant bij een frontale botsing.
Nog meer handige tips
Airbag
Als een zitplaats een airbag heeft, mogen kinderen niet worden vervoerd in een (baby)autostoeltje dat tegen de rijrichting in is geplaatst, tenzij de airbag is uitgeschakeld. Of dat uitschakelen mogelijk is en hoe dat moet, staat in de gebruiksaanwijzing van de auto. Doe dit echter alleen als er daarvoor een mogelijkheid is ingebouwd in de auto. Wij als bedrijf en velen met ons, mogen de airbag(s) niet op wat voor een wijze uitschakelen. Dit in verband met aansprakelijkheid in geval van een aanrijding met letsel.
Gordels en kinderzitjes goed gebruiken
Het is verplicht om de autogordels en kinderzitjes te gebruiken op de door de fabrikant voorgeschreven manier. Zo zijn ze ook getest. Het diagonale deel van de gordel mag bijvoorbeeld niet achter de rug langs of onder de arm door worden gedragen. Daarvoor is de gordel niet ontworpen en hij werkt dan ook niet goed. Ook voor zwangere vrouwen en hun ongeboren kind is het veel veiliger de gordel op de juiste manier te dragen: het heupgedeelte onder de buik, zo laag mogelijk over het bekken, het diagonale deel over de borst, boven de buik.